Hoe werk ik met de doosjes?
Het is belangrijk om de 2 kanten van de kaarten te flitsen. Zo oefenen de kinderen zowel de lees- als de schrijfletter.
De stapel met foutjes kan u nadien nogmaals inoefenen.
U kan hetzelfde doen met de woordkaartjes. Opgelet! Alle woordkaarten in één keer lezen is wat veel.
De stapel met foutjes kan u nadien nogmaals inoefenen.
U kan hetzelfde doen met de woordkaartjes. Opgelet! Alle woordkaarten in één keer lezen is wat veel.
Ieder kind leest op zijn eigen tempo. Het is belangrijk geen druk te leggen bij dit spel.
Als je kind bijvoorbeeld de eerste maal 5 woorden juist leest, kan u samen een nieuw doel stellen voor de volgende keer.
Als je kind bijvoorbeeld de eerste maal 5 woorden juist leest, kan u samen een nieuw doel stellen voor de volgende keer.
lezen
Beste ouders,
Dagelijks (behalve op woensdag) zal uw kind een leesblad meekrijgen.
In het weekend krijgt u het leesboekje mee.
Ik benadruk dat de kinderen de blauwe letters niet mogen lezen. Ook de snuffelpagina in het 'veilig en vlot' boekje is te moeilijk voor de kinderen om dit alleen voor te lezen. Indien uw kind deze zaken toch leest, kan dit tot grote frustraties leiden. Dit is zeker niet de bedoeling! Maak van het lezen een leuk momentje in plaats van een verplichting.
Dagelijks (behalve op woensdag) zal uw kind een leesblad meekrijgen.
In het weekend krijgt u het leesboekje mee.
- leesboekje: een boekje om samen met een sterke lezer (thuis bent u dit als ouder) in te lezen.
De blauwe letters zijn voor de ouders, zwarte letters voor het kind.
Ik benadruk dat de kinderen de blauwe letters niet mogen lezen. Ook de snuffelpagina in het 'veilig en vlot' boekje is te moeilijk voor de kinderen om dit alleen voor te lezen. Indien uw kind deze zaken toch leest, kan dit tot grote frustraties leiden. Dit is zeker niet de bedoeling! Maak van het lezen een leuk momentje in plaats van een verplichting.
Tips voor het lezen
1) Frustraties vermijden
2) Plezier
3) Zoemend lezen
4) Voor-koor-zelf: als het vlot lezen nog niet meteen lukt
- Samen lezen met je kind mag geen opgave worden. Kies hiervoor een vast tijdstip uit. Zo weet je kind elke dag wat er te doen staat. Lees niet meer dan een kwartiertje per keer.
- Probeer je kind te helpen als het niet meteen lukt. Het wijzen op fouten en telkens zeggen dat 'hij/zij' beter zijn best moet doen werken averechts.
- Ga indien mogelijk naar de bibliotheek. Hier kan je kind ook zelf eens een lees- en voorleesboek uitkiezen.
Dit bevordert de motivatie.
2) Plezier
- Geniet samen van het lezen in een boekje.
Praat samen over de titel en tekeningen. Stel vooraf al wat vragen: 'Wat zou er gebeuren? Wie zou dat zijn?...' - Kijk samen al eens stiekem naar een volgende afbeelding.
- Prijs je kind heel veel: 'dat heb je goed gelezen'.
- Wacht heel even af bij een foutje om te zien of het kind zichzelf corrigeert.
Laat het echter niet ploeteren en geef een hint indien nodig. - Laat, voor de motivatie, je kind kiezen hoe het wil lezen in een leesboek: om de beurt een zin, om de beurt een pagina, alles zelf (waarbij je als ouder luistert en begeleidt).
- Een fijne afsluiting van de hele oefensessie is een stukje voorlezen. Laat je kind een voorleesboek uitkiezen en spreek een vast aantal bladzijden af om per keer voor te lezen. Het voorleesboek mag uiteraard een hoog lees niveau hebben en kan variëren van een prentenboek, informatief boek tot een voorleesboek zoals meester Kikker, Dolfje Weerwolfje of Jubelientje. Vergeet niet om over het verhaal te praten met je kind. Niet om te controleren of het wel geluisterd heeft, maar om stil te staan bij wat in het hoofd van je kind is opgekomen naar aanleiding van het verhaal. Stel daarbij vragen als: ‘Zou jij zoiets mee willen maken?’ , ‘Wie vind je het leukst/liefst/onaardigst in het verhaal?’ , ‘Wie zou een vriend/vriendin van jou kunnen zijn?’.
3) Zoemend lezen
- In de klas leren de kinderen zoemend lezen.
- De klanken worden verlengd uitgesproken zonder onderbrekening. Bv. rrrrrraaaaaammmm
U zal misschien eerder geneigd zijn tot spellend lezen. Bv. r/aa/m raam. Dit wordt echter niet meer toegepast bij het leren lezen. - Als uw kind moeilijkheden ondervindt bij het lezen van een woord, helpt u door de eerste klanken al zoemend te lezen zodat uw kind kan overnemen.
- Indien uw kind toch veel spellend leest hoeft u dit niet af te keuren. Dit zal de motivatie doen dalen.
Lees in plaats daarvan het woord zelf nog eens zoemend voor.. - Bij woorden die starten met een ploffer (k, p, t, b, d) en de letter h is de instructie: zet de mond goed voor de eerste klank en zoem de tweede klank er direct achteraan. Bijv: baaaas. Door tegelijkertijd met de vinger van links naar rechts de letters van het woord in een vloeiende beweging aan te wijzen ondersteunt u het zoemend lezen.
4) Voor-koor-zelf: als het vlot lezen nog niet meteen lukt
- Een goede manier om te helpen is volgens een vast, herkenbaar schema.
Voor – koor – zelf is een beproefde manier die ook op veel scholen wordt toegepast. Lees niet te veel ineens maar ook niet te weinig omdat het kind dan kan leunen op het geheugen in plaats van echt te lezen. - Houd telkens 10 tot 15 woorden (bij woordrijtjes) of ongeveer 5 zinnen aan en herhaal deze werkwijze voor de volgende woorden of zinnen.
- Voor:
Lees eerst dat wat geoefend moet worden voor.
Doe dat niet te vlug en niet te langzaam. Leest uw kind nog veel spellend, lees de woorden dan zoemend voor. Laat het kind de woorden of het stukje tekst aanwijzen met een kaartje of met zijn vinger, terwijl jij voorleest. Dan is het kind er actief bij betrokken. Heeft uw kind moeite met de leesrichting van een woord, zet dan een pijl naar rechts op het kaartje. - Koor:
Lees vervolgens samen hardop. Richt je met het tempo naar je kind, maar ga niet té langzaam. Door het zoemend lezen ‘duw’ je het kind om ook ononderbroken te lezen. Merk je dat het nog erg moeizaam gaat, lees dan nog een paar keer samen hardop dezelfde woorden of zinnen, totdat je merkt dat het beter gaat. - Zelf:
Laat je kind nu zelf de woorden of zinnen hardop lezen. Prijs het als het goed gaat. Laat je kind niet te lang zelf proberen als het er niet uit komt. Vermijd uitdrukkingen als: ‘Dat staat er niet, kijk eens goed!’
Beter is het om rustig het woord waarover je kind struikelt, vóór te lezen en het meteen daarna zelf te laten lezen (‘Er staat …….., nu jij). Wacht een kind lang voordat het een woord leest, help dan door het begin van het woord van links naar rechts aan te wijzen en tegelijkertijd zoemend voor te lezen. Houd deze start aan totdat uw kind het overneemt en de rest van het woord erachteraan zoemt. Complimenteer het kind als het zelf een foutje verbetert. Blijft het erg moeizaam gaan, lees dan eerst nog een keer alle woorden of zinnen samen hardop, voordat je kind weer zelf gaat lezen. Sluit af met de vraag welke woorden of zinnen je kind uitkiest om nog eens te lezen. Grote kans dat die goed gelezen worden. Je eindigt dan met een positief gevoel.
lettertas
In de klas leren we elke week een tweetal letters.
Telkens er een nieuwe letter aangeleerd wordt, mag een leerling de lettertas mee naar huis nemen.
Het is de bedoeling dat hij/zij thuis allerlei dingen zoekt die beginnen met die letter. In de tas kan je ook een letterboek terugvinden. Bij de letter mag je prentjes kleven, tekeningen maken,... die te maken hebben met de geleerde letter. Misschien kan je ook een paar kleine dingen met die letter in de koffer stoppen?
De volgende dag houden we dan een letterkring, waarbij de leerling mag vertellen wat hij/ze meegebracht heeft.
Telkens er een nieuwe letter aangeleerd wordt, mag een leerling de lettertas mee naar huis nemen.
Het is de bedoeling dat hij/zij thuis allerlei dingen zoekt die beginnen met die letter. In de tas kan je ook een letterboek terugvinden. Bij de letter mag je prentjes kleven, tekeningen maken,... die te maken hebben met de geleerde letter. Misschien kan je ook een paar kleine dingen met die letter in de koffer stoppen?
De volgende dag houden we dan een letterkring, waarbij de leerling mag vertellen wat hij/ze meegebracht heeft.